vrijdag 31 december 2010

Laatste dag van het jaar

De laatste dag is weer aangebroken.
We zinken in gedachten,
we kijken terug op wat gebeurde,
wat ons raakte, wat ons sneed.
Alles komt even terug naar boven,
we beleven weer wat het met ons deed.

Wat zullen we onthouden,
bewaren in een laatje
ergens achter in ons volgestouwde hoofd.
De successen, het falen, de herrie, de rust.
Het zal ons achtervolgen,
waarschijnlijk onbewust

Wat zullen we verbannen,
omdat het pijn doet.
Niet aan willen denken dat het zo is geweest.
Wegstoppen en volgend jaar weer doorgaan,
zonder te slikken
of stil te hoeven staan.

Wat zullen we vergeten
zonder dat we het merken.
De krantenkoppen vol met ellende en dood.
We herinneren wel, maar weten het niet.
Het vervaagt en het verdwijnt,
geen mens die het nog helder ziet.

Wat zullen we bewaren
als warme herinnering,
ergens diep in ons verlangende hart.
Of als een foto aan de wand,
opgehangen om te herinneren.
Niet willen vergeten, maar steeds bij de hand.

Wat nemen we mee
en wat laten we achter.
Hoe gaan we het nieuwe jaar tegemoet.
En wat zal het ons dit keer brengen.
Nog een jaar,
dan weten we wat komend jaar doet.

woensdag 15 december 2010

Mefrouw

Ja, en dan loop je ineens op het Albeda College in Rotterdam. Bij de ingang een groepje jongeren met een peuk in de hand, in de hal wat pratende leerlingen en op de trap wat hysterische leerlingen die elkaar ervan proberen te overtuigen dat zij gelijk hebben wat betreft het lokaal waar de volgende les gevolgd gaat worden. Samen met mijn klasgenoot meld ik me bij de balie en vraag ik naar mevrouw ik-weet-haar-naam-even-niet. We worden naar boven gestuurd, 3e verdieping. Het aantal hysterische leerlingen neemt gestaag toe naarmate we dichterbij de juiste verdieping komen. Na enkele minuten observatie valt mij direct één ding op: deze leerlingen zoeken de grens op. Eigenlijk moet ik continu m'n lach inhouden, want ik moet toegeven: sommigen zijn gewoon grappig.
Na even wachten opent mevrouw de deur en laat een leerling naar buiten. Op het moment dat ze de deur weer dicht wil doen, trek ik mijn mond maar open. "Hallo mevrouw, wij hadden een afspraak met u om kwart voor twaalf." Een wazige blik verschijnt in haar ogen. Een moment stilte en dan: "Oooh, jullie zijn het, kom mee." Gelukkig is ze ons toch niet helemaal vergeten.
Deze vrouw is dus onze contactpersoon tijdens onze stage. Het eerste wat je je afvraagt op zulke momenten is: hoe is ze? We volgen haar naar een ander kamertje. Ze opent de deur en loopt, gevolgd door ons twee, het kamertje binnen. Echter, het blijkt dat nog iemand ons gevolgd is, namelijk zo'n leerling die leuk wil zijn. Mevrouw vraagt wat hij komt doen, waarop hij antwoordt: "Ik wil ook bij dit gesprek zijn mefrouw." Mevrouw kent de leerling duidelijk en zegt dat ie niet zo lollig moet doen en gewoon weer naar buiten kan. Ik lach er om. Op zich is dat leuk zijn hem best gelukt.
Na een gesprek waarin wat meer dingen duidelijk zijn geworden (mevrouw blijkt erg aardig te zijn, later betrap ik haar zelfs op humor), leidt mevrouw ons door de school. We stellen ons voor aan leraren en een aantal leerlingen van het mannelijke geslacht krijgt ons in het vizier. Ze kijken niet langer naar het beeldscherm van hun computer, maar kijken naar ons en naar elkaar. Geroezemoes. Leerlingen van het vrouwelijke geslacht zijn in deze studie ruimte niet aanwezig, dus we vallen blijkbaar nogal op. Enkele ogenblikken later verlaten we de ruimte, waarbij we door alle leerlingen nagekeken worden. Door elkaar roepen ze doei en dag en eenmaal in de gang zoeken ze oogcontact door het raam. Gezwaai.
Even een moment van bezinning. Hier ga ik dus stage lopen. Leerlingen die net zo oud zijn als ik. Voornamelijk jongens die onderuit in de banken hangen en het liefst hun jas nog aan hebben. Nu bestaat deze stage vooral uit observeren en dus in de lessen zitten en aantekeningen maken, maar waarschijnlijk moet ik uiteindelijk een les geven en dus voor de klas staan.
Ik vraag mij nu af, gezien het voorval van zojuist met de leerlingen van het mannelijke geslacht: letten deze jongeheren beter op als ik achterin zit en de klas en docent observeer, of letten ze beter op als ik voor de klas sta?
Hoe dan ook, ik heb er wel zin in. Saai zal het niet worden met al die ik-wil-lollig-zijn-meneertjes. Ik ben wel benieuwd of ze me werkelijk met 'u' aan zullen spreken, want ja, dat moet gewoon. Mefrouw vind ik ook goed. Maar hé, wel graag met een 'v' schrijven dan hè?

zaterdag 11 december 2010

Schoolconcert

Wekenlang repeteren, lange dagen op school, stiekem lessen skippen onder het mom van 'oefenen voor het concert', overal muziek, een geweldige sfeer, aardige leraren, op zaterdag naar school, de aula omgebouwd zien worden, repeteren op het podium, een generale repetitie die altijd uitloopt, preken met leuke briefjes, pannenkoeken als iemand te laat komt, lokalen ombouwen tot een zwijnenstal, in de make-up, zenuwachtig uit het raam kijken hoe lang de rij is voor de deur, nog even één keer oefenen in de gangen, door de raampjes gluren om de aula vol te zien stromen, optreden en je ding doen, in het geval van dansen in het tekenlokaal meekijken op de beamer, genieten van het applaus, genieten van de sfeer onder de leerlingen, na elke show nabespreken wat goed ging en wat niet, na de laatste show nog één keer buigen, naar boven rennen en alle adrenaline eruit joelen, beneden napraten met het publiek, doorfeesten op de afterparty, de leraren bedanken, de maestro achter alles bedanken, moe en voldaan naar huis, een beetje slapen, weer op zaterdag naar school, een beetje opruimen en schoonmaken en heel veel praten, de laatste bezem er doorheen en neerploffen op een blauw stoeltje in de hal. Einde schoolconcert.

Zo gaat dat. Athans, zo ging het toen ik nog meedeed en ik gok dat daar eigenlijk weinig aan veranderd is. Afgelopen week was het weer zover. Het schoolconcert op het ISW. Dit jaar genaamd: 'Human. I've got soul but I'm not a soldier.' Ik ben twee avonden wezen kijken en ik kan je vertellen: het was weer geweldig. De opzet was dit jaar anders dan andere keren, maar ik heb twee keer volop genoten. De tweede keer zelfs nog meer. De muziek was goed, het verhaal wat ingewikkeld (ik heb om eerlijk te zijn om uitleg moeten vragen), de zang was goed maar het hoogtepunt was voor mij toch wel de drie meiden in de doeken. In een woord: gaaf. En belangrijker nog: ze leven alle drie nog. Voor mij is het al een tijdje geleden dat ik me met turnen bezig heb gehouden, dus zodra ik één van de drie in spagaat zag zakken voelde ik bij wijze van spreke m'n spieren en pezen al scheuren. Enerzijds was ik dus blij dat ik daar niet hing, anderzijds had ik er dolgraag gehangen, man wat heerlijk! Ik herinner mij het jaar dat ik en nog wat meiden flikflakken en salto's deden op de lange mat en het jaar dat we salto's en salto's met draaien lieten zien op de trampoline, de oooh's en de aaah's en de oeeh's van het publiek zijn geweldig. Dat geeft een kick.
Maargoed, mijn concert tijd is voorbij. Ik zat voor het tweede jaar in de zaal in plaats van dat ik meedeed. Het was weer gaaf. Het was cool. Het was vertrouwd. Ik hou van het ISW. Wie weet kom ik er terug als lerares. You never know..